Lachen moet men en tevens filosoferen en zijn vermogen bestieren en zijn overige gaven aanwenden en nimmer ophouden de uitspraken aan de ware wijsbegeerte ontleend te pas te brengen. Epicurus


Al jaren ben ik bezig met filosofie, helaas is dit een eenzame bezigheid omdat ik verder ga dan de meeste mensen die ik ben tegen gekomen. Het voelt als de open zee; je moet er moed voor hebben om het over te steken en geen verplichtingen op de wal hebben, of, zoals in mijn geval, geen keus. Begrijp mij goed, voor mij is filosoferen het zelfde als vragen stellen, vragen stellen is in ieder geval het beginpunt van filosofie. Ik doe dit al mijn hele leven, tot ergernis van anderen. Die ergernis van anderen heeft mij nooit tegengehouden het is mijn natuur en ik heb geleerd dat het wijs is die te eerbiedigen. Mensen die hun natuur niet eerbiedigen blijven zoeken en zullen altijd rusteloos zijn. Het is dan wel mijn natuur, dat filosoferen maar dat neemt niet weg dat anderen het kunnen leren, ik heb ook moeten leren om mij in de maatschappij als werkende, partijkiezende en mening hebbende staande te houden en dat is tegen mijn natuur. Toch heb ik een redelijk geslaagde carrière in een beroep dat ik bij het volle verstand heb gekozen. Ik heb mij er toe gezet dit te doen hoewel het veel makkelijker was geweest om mij terug te trekken of slachtoffer te spelen. Ik ben er van overtuigd dat iedereen wat kan opsteken van de filosofie in de breedste zin van het woord, het moeilijke is alleen dat ieder mens zelf de reden moeten voelen om dit te doen, om werkelijk op zoek te gaan naar antwoorden(vergeet niet dat de zoektocht belangrijker is dan het antwoord). Een mens die zich verplicht voelt zal zich niet snel inzetten op een manier die hemzelf tevreden stelt, ga dus niet alleen opzoek als je in nood bent, doe het ook of vooral als je, je goed voelt en doe dat iedere dag, al is het maar een minuut. Dit probleem, dat het uit je zelf moet komen, heeft mij sinds een paar jaar voor problemen gesteld. Was ik eerder geneigd om voor mensen een richtingwijzer te willen zijn, nu doe ik, uit onmacht, of ik een buitenlander ben die hun taal niet spreekt, ik zeg maar niets meer. Maar het voelt niet lekker en ik heb het gevoel dat tussen die twee bergen een dal moet lopen en dit zijn mijn eerste stappen op zoek naar dat dal. De kaart die ik heb om de route te vinden wordt met de jaren duidelijker dus enig vertrouwen heb ik wel in het vinden van de juiste weg. Ik zal voorzichtig beginnen met iets waar ik weinig verstand van heb en waar ik mij heel weinig mee bezig heb gehouden namelijk gedichten. Het is een beetje laf van mij, ik kan mij verschuilen achter mijn dichterlijke onwetendheid en zo mijn ware filosofie in bescherming nemen, Mijn filosofie is echter een kostbaar goed voor mij dat nog zeer broos is en waarschijnlijk het daglicht nog niet kan volstaan. Deze gedichten heb ik met tussenpozen de afgelopen 4 jaar geschreven, ze zijn soms wat somber maar vergeet niet dat het gedicht een kustvorm is en een schilder kan de werkelijkheid ook veranderen om de bootschap over te kunnen brengen. Het zijn puurdere gevoelens, vrij van mitsen en maren. Lees ze en laat mij weten wat je er van vindt als je daar behoefte voor voelt. Ik heb niks aan:’wat een mooie/domme gedichten’, onderbouw het, laat mij een zoektocht zien die je zelf maakt maar voel je vooral niet verplicht, als ik over twintig jaar een reactie krijg ben ik tevreden.

Waar blijft het bewustzijn?

Dit is de titel van een college dat ik twee jaar geleden heb gevolgd op de universiteit van Groningen. Ik heb toen alle 8 avondcolleges bijgewoond en het was een zeer interessante ervaring. Ten eerste is het onderwijs veel wetenschappelijker en to the point dan in de meer populaire verhandelingen in tijschriften en boeken die je in de boekenhandel kunt kopen of de gesprekken die ik wel is voer met mensen over dit onderwerp. Alles wordt gedegen onderzocht met zoveel mogelijk verwijzingen naar ander onderzoek die de hypothese ondersteunen, geen mitsen en maren of voorbarige conclusies, alleen iets dat bewezen is wordt voor waar aangenomen en dan alleen maar voor zolang het tegendeel niet bewezen is, zoals het bij goede wetenschap gaat. Wat ook zeer nuttig was aan het volgen van deze collegereeks aan een universiteit is dat je les krijgt van een docent die zelf onderzoek pleegt en op de hoogte is van de laatste gegevens op zijn gebied. Gegevens die in eenvoudige vorm later in bijvoorbeeld een blad als scientific american verschijnen en nog weer later in nog meer vereenvoudigde vorm in een blad als psychologie magazine. Je bent dichter bij de bron zegmaar en voor mij voelde het goed om heel even deel uit temaken van die wereld.


(“Kunnen we die truc nog een keer zien? ” – materie > magie > bewustzijn)

Maar nu zal ik pogen een verslag te maken van wat ik daar allemaal heb geleerd, voor mijzelf maar ook voor mijn lezers zodat ze kunnen lezen waar een deel van mijn ideeën op gebaseerd zijn en om te laten zien wat de laatste (wetenschappelijke) inzichten zijn op de vraag: hebben wij een bewustzijn en zo ja, huist dat dan in ons lichaam of buiten ons lichaam m.a.w. hebben wij een ziel dat los van ons lichaam bestaat.


Kunnen we bewustzijn wetenschappelijk bestuderen? Dat was de eerste vraag die er gesteld werd in het college. Wat is bewustzijn, we weten allemaal wel zo’n beetje wat het is maar probeer het maar is uit te leggen, dat is niet zo makkelijk. Dat mensen bewust-zijn en de meeste dieren ook daar zijn we het wel over eens maar of een vis dat ook is. Is het reageren op je omgeving genoeg om van bewustzijn te spreken? In het nu volgende stuk kun je lezen dat het reageren op je omgeving niet altijd op wel of geen bewustzijn hoeft te wijzen:


In de dertiger jaren van deze eeuw werden er operaties verricht waarbij mensen verdoofd werden met curare. Curare is een spierverlammer: de patiënten lagen keurig stil op de operatietafel, bewogen niet, kreunden niet. Later klaag den ze bitter dat ze alles gevoeld hadden en verschrikkelijke pijnen geleden hadden. De patiënten werden aanvankelijk niet geloofd — curare werd vooral toegepast op kinderen. Tenslotte liet een moe dige arts zichzelf opereren met curare als enige anesthesie en op grond van zijn gedetailleerde verslagen over zijn ervaringen tijdens de operatie geloofde de medische wereld eindelijk dat curare wel verlamt, maar in het geheel niet anesthetiseert en al evenmin als een pijnstiller werkt.


Andersom kan een patiënt die wild om zich heen slaat en zich heftig verzet tegen het operatiemes wel degelijk bewusteloos zijn. De hogere hersencentra zijn dan door de anesthesie verdoofd, maar de ruggenmergrefiexen werken nog volop. De patiënt zal zich achteraf echter niets herinneren. (Uit: wijsgerig perspectief, 2001-4, blz. 32)


In het eerste gaval gaven de patiënten geen tekenen van bewustzijn, ze lagen stil, in het tweede gaval was er geen bewustzijn maar gaf het lichaam wel tekenen van bewustzijn.

Het is dus niet zo gemakkelijk om aan de buitenkant te zien of een mens of dier bewustzijn heeft. Bewustzijn is voornamelijk iets subjectiefs zou je hieruit kunnen concluderen, het speelt zich af in jezelf op het moment dat je het meemaakt, je proeft die appel en daar ben je bewust van.

Dit is allemaal leuk en aardig, kort gezegd kun je geen bewustzijn bij anderen waarnemen maar we hebben wel bewustzijn. Het college had als hoofd vraag: “kunnen we de geest wetenschappelijk bestuderen?”. De geest is hier ons bewustzijn en als je wetenschappelijk iets wil bestuderen dan moet het iets zijn wat te bestuderen is. Een geest los van het lichaam is niet te bestuderen, je hersenen zijn dat wel. Het gaat er dus om of we kunnen aantonen waar het bewustzijn vandaan komt. Als er overtuigende bewijzen zijn dat er een geest is los van ons lichaam dan kun je verder geen onderzoek meer doen naar dit onderwerp, op een geest kun je simpelweg geen onderzoek loslaten, het is niet fysiek het is een idee. Maar sinds de tijden van Descartes is er een probleem met dit zogehete substantie-dualisme, lichaam en geest zijn twee aparte entiteiten, hoe ziet de verbinding er uit tussen die (onstoffelijke) geest en het (stoffelijke) lichaam.


En ten slotte, overwegend dat alle gedachten, die wij hebben als wij wakker zijn, ons op dezelfde wijze ook kunnen overkomen wanneer wij slapen, zonder dat er dan één bij is die waar kan zijn, nam ik het besluit te doen alsof alles waarvan ik mij ooit bewust was geweest, niet meer waarheid bevatte dan wat ik op bedrieglijke wijze droom. Maar onmiddellijk daarop besefte ik dat, terwijl ik aldus wilde menen dat alles onwaar is, het noodzakelijk was dat ik die dat dacht, iets was. En beseffend dat deze waarheid: Ik denk, dus ik ben zo sterk en zo zeker was, dat zelfs de meest buitensporige veronderstellingen van de sceptici niet bij machte waren haar aan te tasten, meende ik dat ik haar zonder enig bezwaar kon beschouwen als het eerste uitgangspunt van de filosofie dat ik zocht.


"Toen ik mij vervolgens bezighield met de vraag wat ik was, en besefte dat ik kon doen alsof ik geen lichaam had, en dat de wereld niet bestond, en dat ik nergens was, maar dat ik daarom nog niet kon doen alsof ik zelf niet bestond, integendeel: ik begreep dat uit het feit dat ik aan alles kon twijfelen, op zeer evidente en zekere wijze volgde dat ik bestond - terwijl ik als ik alleen maar opgehouden zou zijn met denken, ook al zou alles wat ik ooit ge dacht had waar geweest zijn, geen reden gehad zou hebben om aan te nemen dat ik bestaan had - ; terwijl ik dat alles nu over woog, concludeerde ik dat ik een substantie was waarvan heel het wezen of de natuur slechts is dat ze denkt en die om te bestaan geen plaats nodig heeft, en niet afhankelijk is van enig stoffelijk ding. Dit ik, dat wil zeggen, de ziel, waardoor ik ben wat ik ben, is dus geheel van het lichaam onderscheiden en is zelfs gemakkelijker dan het lichaam te kennen, zelfs als het lichaam niet zou bestaan, zou de ziel evengoed volledig zijn wat ze is." (Uit: Discourse de la métode, Descartes)


In het college worden naast dit Cartesiaanse substantie-dualisme nog vier ander visies besproken: Behaviorisme, reducktionisme, functionalisme en naturalistisch dualisme.


Wat Descartes zegt over zijn redenen om het substantie-dualisme in te voeren heb je hierboven in zijn eigen woorden kunnen lezen. Tegenwoordig heeft deze gedachte nog steeds de grootste aanhang onder de mens maar onder wetenschappers maar een kleine. Je kunt de geest nou eenmaal niet onderzoeken omdat het simpelweg geen materie is en hoe kan zoiets dat een reactie oproepen in materie, je lichaam(hersenen). De Franse filosoof Gasendi (1592-1655) wees in Descartes tijd al op dit probleem.


Is er misschien toch een mogelijkheid om te bewijzen of Descartes gelijk had? Volgens velen die gelovig zijn, bijvoorbeeld christenen, is de openbaring genoeg bewijs om aan te tonen dat er een geest is, dit is natuurlijk niet erg wetenschappelijk. Verder zijn er wetenschappers die het via de quantummechanica proberen, zeg maar de werking van heeeele kleine deeltjes, die zouden namelijk niet hoeven te voldoen aan de eisen van normale materie en dus zo de verbinding kunnen maken tussen de materie en de geest. Een van de initiators van dit idee is Stuart Hamerhoff, het volgende komt van zijn site:


I realized that consciousness may be a specific process on the edge between the quantum and classical worlds. Roger and I teamed up to develop a theory of consciousness based on quantum computation in microtubules within neurons. Roger’s mechanism for an objective threshold for quantum state reduction connects us to the most basic, “funda-mental” level of the universe at the Planck scale, and is called objective reduction… (http://www.quantumconsciousness.org/)


Het is niet uit te sluiten dat deze theorie correct kan zijn omdat het in ieder geval op een wetenschappelijke manier probeert aan te tonen of het klopt. Het is echter niet makkelijk om te begrijpen en in een interview zegt Hammerhof zelf dat hij zijn eigen boek maar net begint te begrijpen.

Wordt vervolgt...